Datum uitspraak: 27 januari 2025
Inhoudsindicatie: Vennootschap onder firma. Vof. Winstaandeel. Beroepsinkomen. Beroepspensioenregeling. Premieberekening.
Samenvatting: Verzoeker werkt als verloskundige in een maatschap. Dat doet zij sinds 2023 vanuit een vennootschap onder firma (vof), die ze is aangegaan met haar besloten vennootschap. De maatschap keert elk jaar een winstaandeel uit aan de vof. De vof verdeelt het winstaandeel onder de vennoten: verzoeker en haar BV. Verzoeker vindt dat voor 2024 alleen de vergoeding voor arbeid – die de vof aan haar persoonlijk uitkeert – door het pensioenfonds moet worden gebruikt als beroepsinkomen, waarover premie verschuldigd is. Het beroepsinkomen voor 2024 moet volgens het pensioenreglement worden vastgesteld op het bedrag van de winst uit onderneming over 2021. Verzoeker dient daarom een verzoek in om haar beroepsinkomen voor 2024 lager vast te stellen. Het pensioenfonds ziet geen reden om van het pensioenreglement af te wijken. Het pensioenfonds wijst het verzoek dus af. De commissie stelt het pensioenfonds in het gelijk.
Volledige uitspraak: