Tussenuitspraak 2024-0365

Datum uitspraak: 19 februari 2025

Inhoudsindicatie: Afkoopbedrag. Afkoopfactoren. Indicatie. Opgebouwd nabestaandenpensioen. Communicatie. Notificatie. 

Samenvatting: Het pensioenfonds mag een ouderdomspensioen afkopen wanneer dit lager is dan € 592,51 bruto per jaar en de betrokkene hiermee instemt. Een jaar voordat verzoeker de AOW-leeftijd bereikt, gaat zij, door invulling van een digitaal aanvraagformulier, in op het voorstel van het pensioenfonds om haar pensioen af te kopen. Het afkoopbedrag dat verzoeker via het aanvraagformulier in haar persoonlijke portaal te zien krijgt bedraagt bruto € 7.287,37. Op het formulier staat: “Let op: de brutobedragen zijn een indicatie”. Op dezelfde dag heeft het pensioenfonds een bevestigingsbrief voor verzoeker klaargezet in haar persoonlijke omgeving. Volgens het pensioenfonds is een ‘notificatie’ daarvan aan verzoeker verzonden. Verzoeker stelt dat zij deze niet heeft ontvangen en dat ze de bevestigingsbrief niet heeft gezien. In de bevestigingsbrief staat een lager afkoopbedrag, bruto € 6.243,85. Ook staat daarin dat het afkoopbedrag nog kan veranderen. Na het bereiken van de AOW-leeftijd ontvangt verzoeker een afkoopbedrag van bruto € 5.254,47. Verzoeker wil het eerder gecommuniceerde bedrag van bruto € 7.287,37 ontvangen. De commissie draagt het pensioenfonds op om aan te tonen dat het de notificatie aan verzoeker heeft gezonden. Als dat het geval is geweest is de marge tussen het bedrag dat verzoeker op de dag van de aanvraag bekend was of had kunnen zijn en het uiteindelijk betaalde bedrag wellicht aanvaardbaar.

Volledige uitspraak:

Tussenuitspraak 2024-0365